Over ons
Het Blauwe Huis : Dirk Beeckman
Studeert eerst wetenschappen maar de liefde voor kunst is groter. Om zijn honger naar schoonheid te voeden en een jongensdroom te realiseren, reist hij Europa door om vervolgens half Azië te doorkruisen. Beide reizen leveren hem heel wat inspiratie op. Ergens halfweg tussen Brugge en Bombay ontmoetten zij elkaar. De jongensdromen blijven komen, ook als is er een ‘meisje’ bijgekomen. Samen verkennen ze te voet Jemen, varen ze de Ganges af, zeilen ze op de Zuid-Chinese zee en treinen ze wekenlang door China.
Onnodig te zeggen dat elke vorm van decoratie en plaatselijke ambacht met de grootste zorg bestudeerd wordt. De opgedane kennis wordt op de menselijke harde schijf opgeslagen en leidt uiteindelijk tot de geboorte van het 1ste Blauwe Huis in Gent, waar ze jarenlang het kleinste meubel- en verlichtingsfabriekje van Vlaanderen uitbaten. Van boom tot badkamer, boekenkast of kandelaar…de klant vraagt en Het Blauwe Huis creëert.
De tijd staat niet stil, de stad verveelt en vervreemd ons, er mankeert een uitdaging, iets nieuws moet er komen. Misschien iets met kippen en schapen. Bovendien is het na al het reizen tijd om de wereld naar de reiziger te laten komen.
Gent wordt verkocht, in het groene Sint-Goriks-Oudenhove start het nieuwe Blauwe Huis, nu met een B&B erbij. Creativiteit speelt ook hier de hoofdrol.
Het Blauwe Huis : Katelijne Vandenborre
Studeert design en interieur en etaleert net als haar man annex reisgenoot een gezonde honger naar kunst en schoonheid. Ook zij besluit haar meisjesdromen waar te maken door de wereld te verkennen.
Bevolkt samen met Dirk en een Siamese kater Het Blauwe Huis dat zonder blozen als ambachtelijk designmuseum kan omschreven worden.
Ook bij haar is er de zucht naar iets anders. Wat doet een mens met kippen, fruit en schapen ? Koken natuurlijk en advocaat maken en cake en omeletten en confituur en gerechten van overal en hier uitproberen.
Zoveel te doen, zoveel te genieten in de zinnenprikkelende wereld van het landelijk Blauwe Huis.
“Tevreden klanten klagen niet, ze delen hun geluk met anderen.”
(Professor Theodor Jan Beeckman – Gentse horecafilosoof 1895 – 1970)
Je hebt mensen die even smakelijk eten in een kille bedrijfsrefter als in een knus ingericht interieur. Je hebt mensen die zelfs neonlicht in de huiskamer verdragen tijdens het lezen van een krant of een boek. En je hebt mensen die zweren bij een functioneel interieur ontdaan van elke prikkeling die de aandacht afleidt van de dagelijkse besognes.
Maar je hebt ook mensen die zich omringen met schoonheid en dat in de meest uiteenlopende stijlen. Mensen die de poëzie en het vakmanschap van een mooie kast, fauteuil of stoel weten te waarderen en de economische realiteit van het bestaan willen verlichten met esthetische waarden. En net die mensen begrijpen de onderliggende drijfveren van “Het Blauwe Huis”.
De bewoners van Het Blauwe Huis wonen als het ware zelf in een schilderij, een tableau vivant dat zich aanpast aan de noden van het koppel en mee evolueert. Dat particulier genot van twee mensen op zoek naar schoonheid heeft zich door de jaren heen ook uitgebreid naar verschillende winkels en horecazaken in het Gentse. Wie door het centrum van Gent kuiert en graag lekker eet zal waarschijnlijk al meermaals vertoefd hebben in een interieur dat door Het Blauwe Huis werd bedacht, gerealiseerd of een tweede leven kreeg.